Hyundai Tucson (2015 - 2020)

Eerst die naam. In 2004 introduceerde Hyundai de Tucson. Enkele jaren later nam Hyundai afscheid van namen en kregen alle modellen een nummer. De Tucson werd daarom opgevolgd door de "ix35". Net nu iedereen vertrouwd is met de nummers, keert de naam "Tucson" terug.

De terugkeer van de naam "Tucson" heeft twee redenen. De eerste daarvan is commercieel. In het verleden stak de Tucson bijna boven het merk Hyundai uit. Men zei: "ik rijd Tucson", niet "ik rijd Hyundai". Door opnieuw voor een naam te kiezen, hoopt Hyundai ook dit nieuwe model die bijzondere status te geven.

Maar... er is ook een meer praktische reden. Hyundai mag dan een Koreaans merk zijn, de meeste modellen in Europa zijn ontwikkeld in Europa, door Europeanen. Dat geldt niet voor de nieuwe Tucson. Die wordt wereldwijd verkocht. De Tucson is slechts op details aangepast om beter aan te sluiten bij de wensen of (wettelijke) eisen per continent.

Ruimte

En omdat de Tucson wereldwijd wordt verkocht, is de opvolger van de ix35 flink gegroeid! Buiten Europa geldt namelijk nog steeds: groter is beter. Daarmee komt Hyundai terug van het concept van de ix35: die was vooral bedoeld als een elegant model in zijn soort en daarmee meer "cross over" dan SUV (Sports Utility Vehicle). De Tucson daarentegen kiest weer voor ouderwets stoer en spannend.

Het interieur is helaas nog niet half zo spannend als het veelbelovende uiterlijk doet geloven. De opzet is vrijwel gelijk aan die van de andere modellen van Hyundai. Op geen enkele manier wordt gehint op de spanning en sensatie die bij SUV-rijden hoort. Zelfs kleine details als een kompas of gemakkelijk afwasbare stoffen konden er niet van af voor de Tucson.

Uiteraard biedt de Tucson volop ruimte, zowel voor- als achterin. De bagageruimte is standaard voorzien van de nodige netten, haken en ogen die bij de concurrentie optioneel zijn. Daarbij is de uitrusting prima verzorgd, inclusief enkele innovatieve (veiligheids)voorzieningen waarmee de Tucson voorop loopt in zijn segment.

Zo is de hier gereden "Comfort"-uitvoering voorzien van een camera die verkeersborden leest en als geheugensteuntje toont op een display tussen de snelheidsmeter en toerenteller. Ook is de testauto voorzien van een keurig verzorgd infotainment systeem (audio (incl. DAB+ tuner), communicatie, navigatie), statische bochtverlichting (breedstraler links of rechts gaat even aan om de bocht te verlichten) en een achteruitrijcamera.

Het navigatiesysteem is afkomstig van TomTom. Dat betekent slim geplande routes en zeven jaar lang gratis nieuw kaartmateriaal. Door een smartphone te gebruiken als verbinding naar het Internet, kan TomTom actuele verkeersinformatie downloaden en deze gebruiken om zo nodig alternatieve routes te plannen. Ook kan via de Internet-verbinding informatie over snelheidscontroles en het weer worden opgehaald (pas op bij gebruik in het buitenland, dit kan hoge kosten met zich meebrengen).

Weggedrag

De hoge zit zorgt voor een eenvoudige instap en een goed overzicht over het verkeer. De bestuurder heeft daarom het gevoel een machtige auto te rijden; voor velen dé reden om voor een SUV te kiezen.

Het hoge koetswerk zorgt weliswaar voor een machtig gevoel, het zorgt er ook voor dat de Tucson iets overhelt in snel genomen bochten. De rij-ervaring is hiermee iets anders dan in een gewone personenauto, maar de wegligging benadert die van een gewone auto.

De overige rijeigenschappen zijn kenmerkend voor Hyundai: door niet te kiezen voor een uitgesproken karakter wordt de grootst mogelijke doelgroep bediend. Het onderstel is niet te hard en niet te zacht, maar precies goed. De lange wielbasis (267 cm) zorgt voor een prima "rechtuitstabiliteit" op de snelweg, waardoor weinig stuurcorrecties nodig zijn op de lange afstand.

De besturing is met een druk op de knop comfortabel of juist sportief, maar het verschil tussen beide standen is in de praktijk gering. In alle gevallen geldt dat de Tucson zich gedraagt als een grote, goedmoedige, allemansvriend.

Motoren

Omdat de Tucson is ontwikkeld voor een wereldmarkt, zijn "downsized" motoren of alternatieve aandrijvingen (hybride, waterstof, etc.) helaas niet aan dit nieuwe model besteed. De basismotor is een heel gewone "1.6 GDi" benzinemotor; een doorontwikkelde versie van de krachtbron uit de ix35.

De 1.6 GDi is goed voor 132 paardenkrachten, die alleen de voorwielen aandrijven. Daarmee komt de Tucson moeiteloos mee met de verkeersstroom, maar veel meer dan dat zit er niet in. Meer gasgeven resulteert vooral in meer motorgeluiden, maar nauwelijks in meer prestaties. In plaats daarvan kiest Hyundai voor rust. Desgewenst kan een zeer laag toerental worden aangehouden, zonder dat het mechaniek protesteert.

Op die manier kan relatief zuinig worden gereden (de testauto was zelfs zuiniger dan de fabrieksopgave). Bovenal leent de Tucson zich voor ontspannen rijden. Daarmee speelt Hyundai opnieuw perfect in op de wens van de klant. De Tucson ziet er spannend uit, maar is in feite vooral comfortabel.

Conclusie

De Hyundai Tucson is terug van weggeweest! Nadat Hyundai modellen ontwikkelde in Europa, voor Europeanen is de Tucson juist een auto die de hele wereld moet bedienen. Het grote voordeel daarvan is dat de prijs relatief laag kan blijven. Naast de voorganger, de ix35, oogt de Tucson bovendien een stuk spannender.

Bovendien heeft Hyundai de Tucson op exact de juiste punten aangepast aan de Europese smaak. Alleen op het gebied van motorisering laat de Tucson een steek vallen, want de concurrentie biedt modernere, zuinigere motoren aan. Als het gaat om uiterlijk, uitrusting en rijeigenschappen sluit de Tucson goed aan bij de Europese smaak.

Daarmee is de Tucson even verstandig als iedere andere Hyundai, maar dan in een spannendere verpakking. En laat dat nou precies zijn wat de koper zoekt!